header 2018 def
doneer
 
 

Toevallig heb ik de laatste maanden wat meer cliënten die leven met een dwangstoornis. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld heel veel spullen hebben en daar moeilijk afstand van kunnen doen ook al willen ze dat wel. Of dat ze enorm sterke aandrang voelen om iets te doen (tellen van handelingen of dwangmatig poetsen of zo). Als je echt wilt weten wat het inhoudt, raad ik je dit artikel aan. De hele website dwang.eu biedt trouwens prima informatie.

 

Terug naar mijn cliënt van vandaag. Tijdschriften. Stápels tijdschriften. Allerhandes, Kampioenen, tijdschriften van de NS, de verzekeraar, de woningbouwvereniging, glossies, kunst, het maakt niet uit of ze heeft ze. Of liever gezegd: ze had ze. In het begin, maanden geleden, ging het zo moeizaam. Elk blad móest doorgebladerd worden. Plaatjes eruit knippen. Artikelen eruit scheuren. Stel je voor dat ze belangrijke info zou missen. Opmerkingen als "Ik kan het nog gebruiken. Ik móet het zien, anders ben ik zo onrustig dat ik alles weer uit de doos haal." Kun je je enigszins voorstellen wat voor gevangenis dat is? En toch zo dapper doorworstelen, ik bewonder dat.

 

Vorige week ging er ineens een knop om. Karin was boos op zichzelf. Boos dat het zo lang duurde allemaal. Bang dat ze nog tientallen jaren nodig had om haar huis opgeruimd te krijgen. Zó boos dat ze zelfs overwoog om onze samenwerking op te zeggen omdat het naar haar zin niet snel genoeg ging. (maar geloof me, als ik haar harder had gepusht, was het écht niet goed gegaan). En ze ging ter plekke aan het weggooien. Huilend en vloekend af en toe, maar wég ging het. Ze vroeg of ik de dozen met tijdschriften mee naar huis wilde nemen en bij mij aan de straat zetten, omdat ze bang was dat ze terug ging krabbelen. Zeker weten? Ja zeker weten. En ik kan je verzekeren: het was een zwáre vracht. En aan het einde van onze uren van die week vroeg ze of ik alsjeblieft toch terug wilde komen. Natuurlijk wilde ik dat.

 

Deze week was ik vooral benieuwd of ze nog net zo vastbesloten was. En jawel: er stond een enorme rieten mand met tijdschriften klaar. Lege dozen ernaast. En dit keer werd er zónder boosheid en zonder wanhopig gevloek doos na doos gevuld met oud papier. En beter nog: de drang om alle tijdschriften door te bladeren was, op een enkele uitzondering na, volledig afwezig. Ik heb van binnen gejuicht en gelachen en bijna gehuild om de omslag, om haar vastbeslotenheid om eindelijk iets van haar leven te maken dat haar blij en gelukkig maakt. Om niet meer altijd de gevangene te zijn van de dwangstoornis. En natuurlijk heb ik haar gecomplimenteerd. Ze is een kanjer. En ze komt er wel. De dwang zal altijd een deel van haar leven blijven, maar het is haar niet meer altijd de baas.

 

You have no rights to post comments